Har, Dave & Roel Bedankt!
Geplaatst op: 20-05-2025 - 322 keer gelezen
Afgelopen zondag hing er een bijzondere sfeer rond RKSVN 5. Het was niet zomaar een wedstrijddag, maar het moment van afscheid voor drie vaste waarden van het team: Dave, Har en Roel. Jarenlang stonden ze wekelijks op het veld.
Wat deze zondag extra beladen maakte, was het feit dat we er lange tijd op hadden gehoopt, en zelfs in geloofden, dat we deze dag als kampioen zouden afsluiten. Helaas liep het anders. De titel glipte ons op het laatste moment uit de handen.
Gelukkig namen de drie vertrekkende mannen nog vóór de aftrap de tijd om het team toe te spreken. Ieder op hun eigen manier. Zie onderstaand…..
Afscheid van een legende

Het is zover. Na jaren trouwe dienst (of in elk geval fysieke aanwezigheid) neem ik afscheid van mijn actieve carrière bij RKSVN 5. Een moeilijke beslissing? Niet echt. Mijn lichaam heeft die keuze eigenlijk al een tijdje voor mij gemaakt.
Ooit schopte ik het tot Fortuna Sittard. Ja echt, Fortuna. Betaald voetbal. Toen kon ik nog iets. Toen had ik een lichaam dat meewerkte, conditie, hamstrings die nog elastisch waren, en knieën die geen piepend geluid maakten bij het bukken. Maar goed, tijden veranderen. Tegen de tijd dat ik bij het vijfde binnenstapte, was dat alles nog slechts een vage herinnering. En ik snap dat jullie daar weinig van hebben gemerkt. In totaal heb ik in die vijf jaar tijd misschien – heel misschien – 180 minuten op het veld gestaan. En dan tel ik de warming-ups en het aftrappen bij een vriendschappelijke wedstrijd tegen RKSVN 4 gewoon mee.
Toch heb ik m’n waarde bewezen. Niet op het veld, maar op de bank. Dáár werd ik een vaste kracht. Als tactisch brein voorzag ik de rest wekelijks van ijzersterke analyses en levenswijsheden als: “Zorg dat je scoort,” en “Gewoon winnen, jongens”. Zonder mij wisten jullie vaak totaal niet wat jullie moesten doen, dat zag ik meteen.
In tegenstelling tot andere gestopte grootheden als Bart Wulms, Lars, Loek en Chris Janssen, ben ik trouwens niet van plan volledig te verdwijnen. Nee hoor, ik blijf gewoon geregeld een wedstrijdje kijken. Al is het maar om mijn onmisbare mening te blijven geven vanaf de zijlijn. En de nieuwe kantine… daar ga ik uiteraard vaak en graag mijn gezicht laten zien. Ik ben misschien gestopt als voetballer, maar niet als sfeermaker. Je zou het niet zeggen, maar het bourgondische leven is wel iets dat bij mij past.
Voor de momenten dat ik niet kom kijken (ze zullen zeldzaam zijn, geen zorgen), ga ik me wat fanatieker toeleggen op mijn andere passie: vissen. Ja, vissen. Ook daar zit een soort sport in – al is het minder rennen en meer stilzitten, dus dat past beter bij mijn huidige fysieke gesteldheid. Moet alleen oppassen dat ik daar ook geen blessure oploop. Jullie lachen, maar een verrekte schouder van het werpen is zó gebeurd, zeker met mijn medische geschiedenis.
Al met al was het een prachtige tijd. Jullie hebben genoten van mijn aanwezigheid, mijn expertise, mijn charisma – en dit zullen wellicht blijven doen. Want ook al hangt deze legende zijn schoenen aan de wilgen, hij blijft gewoon aanwezig. Want laten we eerlijk zijn: jullie gaan me missen. En terecht. Ik mezelf ook.
De Laatste vlag
Ik stop ermee. Het is mooi geweest. Al zolang als RKSVN 5 bestaat, stond ik daar. Met die vlag. Elke zondag opnieuw. Weer of geen weer. Regen, wind, hitte waar je de zolen van je schoenen van smelt – ik stond er. Aan die lijn. Te vlaggen. Te kijken. En vooral… te lijden.
Want wat ik allemaal heb moeten aanschouwen in al die jaren... dat wens je je ergste vijand niet toe. Zoveel slechte wedstrijden. Zó slecht. Niet een beetje slecht, maar écht niet om aan te gluren. Soms dacht ik: “Nu hebben ze toch wel het dieptepunt bereikt.” Maar nee hoor. Dan was er altijd nog een volgende wedstrijd die het nóg slechter deed. Hoe is het mogelijk?
Het is ook niet de eerste keer dat ik m’n vlag aan de kant gooi. Dat is vaker gebeurd. Vaak uit pure frustratie. Omdat het gewoon echt niet om aan te zien was. Dan stond ik daar in de stromende regen, druipnat, vlaggen voor een team dat de bal nog geen vijf meter zuiver kon passen. Of met dertig graden in de brandende zon, terwijl er op het veld meer werd gewandeld dan gevoetbald. Verschrikkelijk.
En toch maar weer komen. En maar weer hopen. Hoop dat het ooit beter zou worden. Dat er misschien, heel misschien, nog eens een seizoen tussen zou zitten waarin we serieus mee zouden doen. Kampioen worden? Ik heb het gedacht. Dom natuurlijk. Want het is zó slecht. Zó ontzettend slecht. Je kúnt het gewoon niet geloven. Elke keer als je denkt “nu hebben ze het door”... wordt het weer volledig weggegooid.
Zoveel keer heb ik daar gestaan, hoofdschuddend. Ik zag ze langs de zijlijn kijken, kijk die arme vlagger. En ondertussen proberen om m’n vlag op het juiste moment omhoog te steken – terwijl je eigenlijk liever met diezelfde vlag gewoon iemand op het veld tot de orde zou willen roepen. Maar nee, Har hield zich altijd netjes. Lijdzaam. Zwijgend. Grommend vanbinnen.
Maar nu is het klaar. Het is op. Ik trek de stekker eruit. Dit is niet meer te doen. Ik ben geen twintig meer, en m’n geduld is dat ook al jaren niet meer. De hoop is weg. De fut is eruit. En het spel… dat is nog steeds zo slecht. Echt… zó slecht. Je denkt elke keer: “Nu kunnen ze het niet weer vergooien.” En ja hoor – toch wel.
Dus mensen… zoek het uit. Ik ben weg. Har gooit definitief zijn vlag in de hoek. Geen wind, geen zon, geen regen meer voor mij langs die zijlijn. Geen gegrom meer van pure ellende. Geen droge mond van het tandenknarsen.
Misschien... héél misschien... kom ik volgend seizoen nog eens kijken. Maar eerlijk? Ik denk het niet.
Want dit – dit is écht zo slecht.
Met heel m’n hart – bedankt
Tja jongens… ook ik moet eraan geloven. Na al die jaren komt er voor mij ook een einde aan het voetballen bij ons mooie RKSVN 5. Het doet een beetje pijn om het te zeggen, want dit team… dit clubje ongeregeld… dat zit écht in m’n hart.
Al 40 jaar lid. Altijd geweest. Altijd gekomen. Altijd gespeeld. En vooral: altijd met veel plezier. Ik heb genoten van elke wedstrijd (nou ja, bijna elke), elke derde helft, elk biertje en elke flauwe grap. Want dat is RKSVN 5: een team dat niet altijd mooi voetbal speelt (laten we eerlijk zijn), maar waar het áltijd leuk is. Altijd gezellig. En daar draait het uiteindelijk om.
Natuurlijk hoor ik de speeches van Dave en Har nog nagalmen – veel geklaag, veel gemopper, maar ik zeg het eerlijk: ze moeten ook eens een keertje naar zichzelf kijken. Het was allemaal zó slecht niet, toch? We hebben gelachen, jongens. Véél gelachen. En dat is goud waard.
Maar goed… de realiteit is hard. Ik merk dat ik niet meer mee kan. Jongens zoals Dominique – man, wat een voetballer is dat. Die snelheid, die techniek… je ziet dat hij bij MVV heeft gespeeld. En dat zie je meteen. Helaas ziet mijn knie dat ook meteen. Mijn brace piept al als ik alleen maar aan het warmlopen denk. Die houdt Dominique echt niet meer achter me. Ik geef het op. En eerlijk gezegd: dat is prima zo.
En weet je wat misschien nog wel het moeilijkste is? Elk jaar weer vertel ik mijn kinderen vol overtuiging: “Dít jaar gaan we kampioen worden.” Elk jaar. En elk jaar op het laatst glipt de titel uit onze handen. Mijn kinderen… ik zie het in hun ogen. Ze lijden eronder. Ze geloven me niet meer. Ze zeggen: “Papa, niet wéér die leugen.” En weet je? Ze hebben gelijk. Dit moet ik niet meer willen. Voor hén moet ik stoppen.
Ik ga nu meer tijd doorbrengen met mijn prachtige vrouw en onze kids. Tijd voor andere mooie dingen. En wie weet… misschien ga ik wel stiekem af en toe mee met Dave vissen.
Lieve teamgenoten: dank jullie wel. Voor alles. Voor de vriendschap, de lol, de wedstrijdjes, de kantinepraat, de flauwekul. Jullie hebben deze jaren onvergetelijk gemaakt. Ik heb echt, écht genoten.
Blijf wie jullie zijn. Maak er elke zondag iets van. En misschien kom ik nog wel eens kijken. Of juichen. Of bier halen. Maar nu even niet meer op het veld. Het is goed zo.
Bedankt, mannen. Van harte.
Roel